De opa en vader van Pieter (1) de Leeuw de Bouter heette beiden Willem de Bouter. Op deze pagina geven we inzicht in het leven van deze mensen en in het bijzonder van hun handel in onroerend goed. Met name de oude Willem was hier heel bedreven in. Willem “de oude” was gehuwd met Elisabet Koek. Zij overleed op 23 januari 1794. Willem (“de oude”) overleed op 22 december 1794.
Uit onderstaande begraafinschrijving blijkt dat hij begraven werd met 8 dragers. Dat was alleen weggelegd voor kapitaalkrachtige lieden.

Elisabeth sterft op 23-01-1794 en wordt tegen dezelfde kosten en dragers begraven. Zij laat haar man na en mondige kinderen. Het adres van waaruit ze wordt begraven is de Korte Viesteeg. Elizabeth wordt via de Jacobikerk begraven.
Willem “de oude” was heel actief in de aan- en verkoop van panden. Zijn eerste aankoop in 1756 is een pand in de Drieharingsteegh in Utrecht. Zoon Willem “de jonge” is dan 18 jaar en nog niet gehuwd. Willem “de oude”deed dat niet alleen met eigen geld. Voor de aankoop van de panden sloot hij in 1756 samen met zijn Huysvrouw (Elizabeth) een lening af van F 300 caroli guldens.
In 1760 kocht hij een pand aan de Sloorensteegh
In 1760 verkoopt hij de panden aan de Drieharingsteegh en Sloriesteeg.
In 1761 koopt hij een huis in de St. Elisabethstraat
In 1762 gaat dit pand in de verhuur
In 1761 koopt hij een kamer in de Groenesteeg
In 1761 wordt een pand in de Groenesteeg toegevoegd. (in bezit 1802)
Omdat het veel is volgen hier alleen de jaartallen.
1762 Sandstraat ( wordt Oranjestraat); 1763 Vissersteegje (nog in bezit in 1802); 1763 Korte Viesteeg; 1763 nieuwe camp in ’t Agterom (nog bezit in 1802) ; 1764 Drieharingsteegje (verkoop) ; 1765 huis aan de Cingel (in bezit 1802)

Mogelijk is dit ook een woonhuis maar het werd als eerste verkocht. De plattegrond van Utrecht is te zien via Wikipedia. Ook andere hier genoemde straten bestaan nog .
1765 Lange Viesteeg; 1767 Groenesteeg (verkoop); 1769 huis Oude gracht bij Weerdpoort; 1782 Korte Viesteeg (verhuur); 1782 Oudegragt (verhuur). Hier zijn allemaal digitaal op te vragen actes van.
Zo koopt hij uit failliete boedels veel panden. Enkele komen later in handen van de kinderen van Willem “de jonge” die ze tussen 1802 en 1805 in de verkoop gooien. Eigenlijk is hij een soort huisjesmelker.
Op dit moment is nog niet bekend wat er met de bezittingen is gebeurd van Willem “de oude” na zijn overlijden in 1794 tot 1802.
In 1766 volgt de aankoop van het pand aan de Verkenmerkt. (Varkenmarkt nog in bezit in 1802) Deze straat bestaat ook nog en ligt midden in het oude centrum van Utrecht. De panden kenden geen huisnummer maar werden beschreven aan de hand van de omgeving en de kant waar het betreffende onroerend goed lag ( noordzijde, tegenover, naast een persoon ect)

De handtekening onder het koopcontract van Willem de Bouter, “de oude” hoort bij de Verkenmerkt. Een mooi leesbaar schrift, maar niet van deze Willem, die kon niet lezen, laat staan schrijven.
Op 03-08-1782 wordt volgens het testament van Willem de Bouter waarin een legitieme portie op naam van zoon Willem en diens kinderen wordt toegewezen. Zowel Willem en Elizabeth leven dan nog. Er wordt niets gezegd over zoon Gerrit(1744) en zoon Johannes (1752).
De eerste procuratie die gaat over de bezittingen van Willem de Bouter “de Oude”, is van 27-02-1802. Willem de Bouter “de Jonge” doet pas in mei 1802 afstand van zijn legitieme portie na het zien van de erbarmelijke staat waarin de hele zaak verkeerd.

De handtekening onder afstandsakte van Willem de Bouter “de jonge”
Een voorwaarde voor deze afstand is dat de kinderen van Willem hun vader gaan voorzien van een zgn. lijftocht oftewel zij moeten hem onderhouden.
Het testament van 1794 is nog niet gedigitaliseerd.
In de akte van 1805 waarin wordt gesproken over het testament bij notaris Hermanus Brouwer. Dit kan de opening zijn van het Testament dat in 1782 is opgesteld en effectief was geworden bij het overlijden van Lijsbeth Cock/Kock/Koek of een nieuw testament van Willem de Bouter “de Oude”.
Tussen 1802 en 1805 worden er panden verkocht door de kinderen van Willem (de jonge) Pieter, Johannes, Elizabeth en Willemina Maria.

Dit zijn de handtekeningen van o.a. de verkoop van het Singel pand. Handtekeningen van Johannes de Bouter en Willemina Maria de Bouter waarbij opvalt dat ze tekent als Maria Willemina. (maart 1802) Keurig met een accent op de letter U.
Dit kan betekenen dat Pieter(1) daar het geld vandaan had om na de brand van 1803 een nieuwe molen te kopen in Ransdorp.
Het belangrijkste is dat het draait om het statement “Legitieme portie” wanneer is er daarmee wat gebeurd? Het kan zijn dat de procuratie van notaris T.de Moor een belangrijke schakel is naar diens archief, maar is op dit moment niet zo gauw vinden.
Ondertrouw van Willem “de jonge” en Barbera op 11-04-1765 te Schoonhoven. Kosten zijn F 6-0-0 voor beiden. Lijkt een koopje maar geeft aan dat er enige rijkdom in de familie voorkomt.
We gaan nog een paar generaties terug. Ook Willem (“de oude”) had een grootvader. Hieronder treft u uittreksel van het trouwregister


Dit is de trouwinschrijving (ondertrouw 18 mrt 1649, huwelijk 4 april 1649) van Willem Booter (Bouter) en Lijsbeth Aerts. Aerts is de voornaam van haar vader. Aanvankelijk was de vraag waar het woordje ‘van’ voor staat. Uit navraag is gebleken dat het de adressering van Lijsbeth Aerts betreft Zoals het nu leest was Lijsbeth afkomstig uit Utrecht. De W moet je als een U lezen en ze woonden beijden bij de Smeebrugge.

De Smeebrug bestaat nog en is een rijksmonument. Hij ligt in het hart van Utrecht over de Oudegracht en vlakbij de Springweg.
Willem (“de jonge”)
Alle handelsgeest die “de oude” etaleerde was niet besteed aan Willem (“de jonge”). Deze heeft eens in Willege Langerak een perceel grond gekocht om het een jaar later met verlies te verkopen. Hij zal ongetwijfeld andere talenten gehad hebben, maar deze niet. Niet duidelijk is waarmee hij verder de kost verdiende. En ook Pieter (1) bezat deze gave niet, of had deze gezien het fortuin van zijn opa niet nodig. Hier zien we weer dat ouders belangrijk zijn bij de vorming van hun kind. Dat Willem (“de oude”) uit ander hout gesneden was kwam waarschijnlijk door de grote armoede waarin hij is opgegroeid. Zijn ouders moesten leven van de steun en hielden hun hand op bij de diaconie van de kerk. Dit zal voor Willem (“de oude”) ongetwijfeld de inspiratie geweest zijn om het anders te doen.

Hierboven staat een stukje uit het Hervormde diaconie boek van Utrecht. Het gezin van Willem Bouter(s) en Anne Christine de Vries (Cristijntje/Stijntje) krijgt vanaf 1710 ondersteuning door de kerk. Eerst een bedrag van F -2 -10- na 1717 wordt dat F – 3 – 10-. In het jaar 1713 woonde het gezin aan de Springweg in het 13e quartair. De weg bestaat nog en is de geboorteplek van Willem (“de Oude”). Ze verhuizen naar de Molesteeg in 1715 en in 1717 gaan ze naar de Magdalenasteeg (6e quartair). In 1721 belanden ze in dezelfde wijk in de Groenesteeg. Er is geen verhoging van het steungeld. Na het overlijden van Stijntje in 1722 daalt de bijdrage met 10 cent. Bij de naam van Willem Bouters staat ook in 1723 nog een aantekening in het boek en is de 10 cent er weer bij.

Volgens bovenstaande vermelding van Willem Bouters stopt de uitkering op 1 september 1724. Dat kan te maken hebben met het huwelijk met Lijsbeth Sterk in augustus van dat jaar.